RIJKS MIDDENSCHOOL TE BRUGGE
(Destijds in de volksmond gewoon de "École Moyenne" genoemd)
Tijdens de oorlogsjaren gelegen ter Boomgaardstraat te Brugge
Jaarlijkse herdenking van de weggevoerde leerlingen
Het monument ter herdenking van de weggevoerde leerlingen
van de Rijks Middenschool opgesteld
op de speelplaats ter Hugo Losschaertstraat 5A
te 8000 Brugge.
(Het kunstwerk was voorheen opgesteld in de school ter Boomgaardstraat en ingehuldigd op zondag 28 september 1947 in het bijzijn van minister Achiel Van Acker en de burgemeester van Brugge Victor Van Hoestenberghe).
§ § § § § §
Raymond Ruysschaert
oud-leerling Rijks Middenschool Brugge
(17-08-1925 - †17-01-2011)
Gedurende de laatste oorlog zijn enkele leerlingen – ze behoorden tot de beste studenten - actief opgetreden in de weerstand. Zij waren lid van de Revolutionaire Volksjeugd (R.V.J.) die gegroeid was uit de vooroorlogse “Geünificeerde Socialistische Jonge Wacht” ontstaan in 1936 uit de samenstelling van de “Socialistische Jonge Wacht” en de “Communistische Jeugd”.
Zij volbrachten de zeer gevaarlijke opdracht anti-Duitse geschriften te verspreiden die o.a. werden gedrukt door Hinoul.
Zij werden verklikt door een medestudent leerling D. en een studiemeester G. uit Nieuwpoort een voormalige activist die door de Bormscommissie in 1941 in zijn rechten werd hersteld en te Brugge als studiemeester van de Rijks Middenschool werd aangesdteld.
Onder andere dergelijke nummers van "Het Brugsche Vrije" werden door Mathieu Hinoul gestencild en door de leerlingen met andere sluikbladen verspreid wat tot hun aanhouding leidde.
Na de aanhouding Hinoul werd hij als leider van de R.V.J. ter Rijksmiddelbare School opgevolgd door de 18-jarige Hubert Van Achte
Op 24 maart 1944 werden de anderen, tot ons aller verslagenheid, door de Duitse Feldgendarmes in de klas van de Middenschool aangehouden. Wij hebben het beleefd dat de Duitsers in onze klassen binnendrongen en daar de leerlingen opeisten. Zo gingen volgende studenten de weg op naar de kerkers van de gevangenis het Pandreitje te Brugge: De Wit José, Gallet Arthur, Gailliaert Eduard, Michotte Claude, Mille Omer, Petyt Leon, Pierard Raoul, Poppe André, Ruysschaert Raymond, Jorion Ignace, Strubbe Jacques, Van Achte Hubert en Norbert, Van Ackere Fernand, Vandenberghe Jacques, Van Landewijck Jacques, Warnier Roger (allen waren tussen de 16 en 18 jaar).
Met hen werd ook de studiemeester Delatere Abraham aangehouden. Na menigvuldige en langdurige ondervragingen (Van Achte Hubert werd 15 maal, Pierard en Vandenberghe ieder 11 maal ondervraagd) ging hun proces in beroep door te Brugge voor het Untersuchsgericht dat zetelde in de Nikolaas Desparsstraat op 8 juni 1944, een donderdag, een paar dagen na de invasie in Normandië. Onder grote belangstelling en innige medeleven van de Brugse bevolking. Onder het publiek waren de ouders van de studenten, vol angst en smart. Onder druk van de openbare opinie werd de zaak inderhaast afgehandeld Er werden in dit beroep nog zwaardere straffen uitgesproken dan in het eerder proces.
De volgende straffen werden uitgesproken:
- Studiemeester Delatere Abraham: 20 jaar tuchthuis (ergens in Oostenrijk.)
- Van Achte Hubert: 10 jaar gevangenisstraf.
- Van Achte Norbert, Mille Omer, Ruysschaert Raymond, Galet Arthur, Van Ackere Fernand, Warnier Roger, Michotte Claude, Poppe André, Gailliaert Edouard, Van Landewijck Jacques, Jorion Ignace, De Wit José, Pierard Raoul kregen een straf die schommelde tussen 1 jaar en 5 jaar gevangenisstraf. Vandenberghe Jacques werd overgeleverd aan de Sicherheitsdienst te Gent.
Dit was maar een eerste statie van hun zware kruisweg. De studenten werden overgebracht en opgesloten in de gevangenis van Sint-Gillis, vervolgens in het kamp van Beverlo, dan opnieuw inde gevangenis van Sint-Gillis om op 1 november 1944 op transport te worden gezet via Aken en Hannover naar concentratiekampen en de gevangenis van Wolfenbüttel in Nedersaksen, een twee dagen durende reisweg waarbij zij de goederenwagons waarin ze opgesloten waren niet mochten verlaten. In Wolfenbüttel verbleven nog andere Brugse politieke gevangenen zoals Rau Roger oud-leerling van de school geb. 02.04.1924 † 07.11.1944 die men ook tot deze groep kon rekenen, Carels René en Tavernier Gilbrecht van wie de uitgesproken doodstraf werd omgezet in 5 jaar tuchthuis gezien hij minderjarig was. Van Ackere en Pierard die in het kamp van Beverlo ernstig ziek werden, bleven daar in het hospitaal en werden enkele maanden later bevrijd.
Wie probeerde uit Wolfenbüttel te vluchten of moeite had om het zeer zware gevangenisregime te ondergaan, werd er meedogenloos onthoofd met de guillotine. Alle studenten-gevangenen werden vanaf op 07 november 1944 o.a. ingezet bij het puinruimen na de bombardementen op het stadje Braunschweig dat letterlijk van de kaart werd geveegd. José De Wit werd te Braunschweig door een instortende muur gedood op 7 november 1944, Rau Roger werd onder dezelfde muur bedolven en overleefde slechts enkele uren. Hubert Van Achte overleed ten gevolge van uitputting na de bevrijding van het kamp Wolfenbüttel op 14 april 1945, zijn broer Norbert tijdens de terugreis naar België te Bärum op 04 mei 1945.
De guillotine van Wolfenbütel.
Vanaf oktober 1937 tot 15 maart 1945 werden meer dan 700 mannen en vrouwen terechtgesteld, waaronder 45 Belgische verzetslieden. 13 Mannen uit Luchtervelde werden op 15 juni 1944 gedood onder de guillotine ( zie menu Het Verzet - Drama van Wolfenbüttel).
Na de oorlog gebruikten de Engelsen diezelfde guillotine om oorlogsmidadigers ter dood te Brengen. De laatse man die er ter dood werd gebracht was het beruchte hoofd van de infermerie van Esterwegen
(Wolfenbüttel is gelegen in de Duitse deelstaat Nedersaksen, 12 km. ten zuiden van Braunschweig. de gevangenis van Wolfenbüttel werd gebouwd in 1937 is gelegen aan de Ziegenmarkt 10 en functioneert vandaag nog steeds als een gewone gevangenis. Sinds 1999 werd er een vleugel ingericht als museum. In dit museum bevindt zicheen replica van de oorspronkelijke guillotine. De originele guillotine bevindt zich in Hannover).

Gestorven respectievelijk te Meppen10 februari en te Sandborstel op 10 mei 1945 Albert en Emile Mathieu
In zijn laatste brief, gedagtekend op 1 mei, kondigt Emile aan zijn familie aan dat zij uit de klauwen van de nazimonsters verlost zijn en drukt hij de hoop uit zelf weer spoedig thuis te zullen zijn. Hij bekent dat hij ziek en bedlegerig is, doch voedt daaraan toe dat hij dat nog wel dragen kan "na reeds zoveel te hebben verduurd" en alhoewel hij nog maar 50 Kg weegt. En dan volgt de hoop naar huis te zullen terugkeren, dat tehuiis waar waar twee kleine meisjes opgegroeid zijnen voor hun vader hebben leren bidden, het tehuis waar - meent hij - zijn eigen gebeden he spoedig zullen terugbrengen en waar hij uit de hel teruggekeerd, het onuitsprekelijk geluk zal vinden weer "samen" te zijn.
Gedicht geschreven door de dichter Marc Baert voor zijn vriend Mathieu Nihoul
Eerbetoon aan de weggevoerde leerlingen en slachtoffers van de Rijks Middenschool
De leerlingen marcheren voorbij het herdenkingsmonument van de weggevoerde leerlingen.
§ § § § § § § § § § § § § §
Reünie in 1987 van oud-leerlingen politieke gevangen van de Rijks Middenschool Brugge
Uitvaart van Raymond Ruysschaert (17-08-1925 - †17-01-2011)
-