Free Joomla Templates by iPage Hosting
-
Emile "Mielke" Samyn
  -
 Geboren Brussel op 13 oktober 1921
Overleden Izegem 26 november 2009.
"Mijn naam was een nummer"
 -
Vlamingen die nog hebben kunnen getuigen van het onmenselijke leed dat zij tijdens de Tweede Wereldoorlog meemaakten in de Duitse vernietigingskampen worden een zeldzaamheid. De ondertussen overleden Mielke Samyn noemde zichzelf één van de laatste der Mohikanen, hij was één van de laatste overlevenden van de naziconcentratiekampen van Gross-Rosen, Dora en Nordhausen.
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werkte Mielke als patroonmaker bij schoenenfabrikant Tanghe in Izegem. Hij werd lid van de Witte Brigade, maar op 17 januari 1944 begon voor hem de zwartste periode in zijn leven die tot 5 mei 1945 zou duren.
“Die 17de januari werd ik thuis opgepakt, blijkbaar verraden door inwoners van Izegem die met de Duitsers collaboreerden. Ik werd van mijn bed gelicht en naar het politiekantoor overgebracht, waar al een dertig anderen met de handen in de lucht stonden te wachten. We werden met een bus naar Kortrijk gebracht en via Brugge ging het vervolgens met de trein naar Sint-Gillis bij Brussel om daar op transport richting Duitsland te worden gezet. Eerst verbleef ik bijna vier maanden in de gevangenis van Gross-Strehlitz, om in oktober '44 naar het concentratiekamp van Gross-Rosen, vlakbij de toenmalige Poolse grens op zo'n twintig kilometer van Auschwitz, te worden overgebracht”, begint Emile zijn verhaal.
Emile zou tot in februari 1945 in Gross-Rosen blijven. 'De gruwel die ik daar meemaakte, valt amper met woorden weer te geven. We kregen hooguit een kom koffie, ik noem het liever 'sop' te drinken en op het eind woog ik nog achtendertig kilogram. Maar eigenlijk heb ik nog geluk gehad. Niet alleen mijn sterk gestel heeft mij gered, maar ook het toeval. Op een dag had het heel zwaar gesneeuwd en de blokverantwoordelijke duidde vijf man aan om sneeuw te ruimen. Omdat ik toevallig dicht bij de deur lag, was ik één van de vijf.
Ons groepje moest ook de daaropvolgende weken instaan voor het schoonmaken van het blok, inclusief het wegbrengen van de lijken van de overleden medegevangenen. Op die manier was ik ontslagen van het harde labeur in de steengroeven, anders had ik hier nu wellicht niet meer gezeten.'
Toen de Russen en de Polen oprukten, brachten de Duitsers de overlevenden van Gross-Rosen over naar het concentratiekamp van Dora. 'Slechts zes van de vijfenzestig gevangenen in onze wagon overleefden de treinreis. Van Dora ging het 's anderendaags al naar Nordhausen, waar ik nog eens drie maanden vast zat tot we werden bevrijd door de Canadezen en Amerikanen en we via Parijs naar Brussel konden terugkeren.'
In Izegem werd de uitgemergelde Emile opgewacht door Irma Bourgeois. Ze hadden al verkering toen de oorlog uitbrak en hadden hun geplande huwelijk moeten uitstellen.
'Ik had altijd tegen mijn moeder gezegd dat als iemand het zou overleven, het wel Emile zou zijn want hij was toen al een taaie', getuigt Irma. Uiteindelijk konden ze toch op 1 september 1945 trouwen en zouden ze twee zonen en een dochter krijgen.
mielke 
 
 
De eerste tien tot vijftien jaar heb ik mijn kinderen nooit iets verteld over wat ik in de kampen had meegemaakt. Later ben ik voordrachten gaan geven, vaak in scholen. Niet om haat rond te strooien, maar om jonge mensen op het hart te drukken nooit te vergeten wat mensen elkaar kunnen aandoen zodat die gruwel zich nooit meer zou herhalen. In 1995 heb ik dan het boekje 'Mijn naam was een nummer' geschreven', besluit Emile, terwijl hij het kamp hemd bovenhaalt dat hij in Nordhausen droeg.
-
********************************